Wie zijn de leden van het Kennisplatform Digitale uitwisseling in de zorg en wat houdt ze bezig? In de rubriek Vijf vragen aan… maak je kennis met een aantal van hen. Deze keer stellen we vijf vragen aan Guido Zonneveld, directeur RSO Nederland en grondlegger van de opleiding Klinische Informatica aan de TU Eindhoven. ‘RSO’s hebben een sleutelrol in het realiseren en bestendigen van databeschikbaarheid.’
Je bent van oorsprong klinisch fysicus, wat heb je met digitale uitwisseling?
‘Al tijdens mijn opleiding tot klinisch fysicus in 1991 binnen het Catharina Ziekenhuis had informatica mijn interesse. In die tijd nam de digitalisering een grote vlucht en kwam ook het internet op. Daar was ik helemaal lyrisch over. Stel je voor, je kon zomaar een plaatje van de Mona Lisa op je beeldscherm toveren zonder naar het Louvre te gaan! Veel van mijn vrienden en collega’s snapten niets van mijn enthousiasme, die heb ik zelfs nog internetles gegeven. Ik vind dat belangrijk, kennis verbreden en kennis met anderen delen. In de 25 jaar dat ik bij verschillende ziekenhuizen heb gewerkt, koos ik altijd voor een combinatie van medische technologie, ICT en opleiden. Eigenlijk moet er een opleiding Klinische Informatica komen, dacht ik op een gegeven moment. Ik ging in gesprek met de TU Eindhoven, mijn oude universiteit, en kreeg te horen: goed idee, ga het maar doen. In 2010 kwam de opleiding er, en sindsdien leiden we jaarlijks zo’n 12 klinisch informatici op.’
Waarom heb je de overstap gemaakt naar RSO Nederland?
‘Mijn drijfveer is om de zorg in Nederland beter te maken. Mijn werk binnen één ziekenhuis droeg daar maatschappelijk te weinig aan bij. Als directeur van RSO Nederland kan ik veel meer impact hebben op het verbeteren van de zorg en het verbinden van mensen. Ik ben ervan overtuigd dat je digitale uitwisseling regionaal moet oppakken omdat de zorg ook regionaal is georganiseerd: je gaat naar de huisarts, die heeft contact met de apotheek om de hoek, je bezoekt je lokale ziekenhuis en als je ouder wordt, ga je naar een VVT-instelling; het is allemaal grotendeels lokaal. De RSO’s verbinden de zorg cross-sectoraal. Uit het rapport Samenwerken aan cross- sectorale digitale gegevensuitwisseling van KPMG uit 2022 staat dat daar waar geen RSO is, de uitwisseling moeizamer gaat. Binnen de sectoren vinden mensen elkaar in de regio vaak wel, maar daarbuiten veelal niet.'
Wat is jouw rol als directeur?
‘Mijn rol is vooral het stimuleren van kennisuitwisseling: hoe kunnen we van elkaar leren? Kunnen we een gezamenlijke doelarchitectuur definiëren? Hoe gaan we bijvoorbeeld projectcapaciteit delen? Dat sluit heel erg aan op mijn visie op kennis delen, leren, experimenteren, innoveren en tevens die basis op orde krijgen. Maar uiteindelijk moet je de digitale toepassingen ook gaan gebruiken én beheren. Dat wordt echter veelal onderschat, daar moet veel meer aandacht voor zijn. Als er landelijk wat wordt bedacht, neem CumuluZ of Mitz, bedenk dan ook hoe we dat gaan implementeren en beheren. Mijn rol is ook om de beleidsmakers dit te laten beseffen zodat we het vanaf de start kunnen meenemen.’
Wat is momenteel de grootste uitdaging voor de RSO’s?
‘Hoe krijgen we dat wat landelijk wordt verzonnen, goed geïmplementeerd en beheerd? Want dat heeft impact op je zorgproces, op je afspraken, en soms ook op je techniek. Neem een eenvoudig project als Faexit. Dat is technisch natuurlijk niet ingewikkeld, gewoon de fax uitzetten, maar je moet wel met elkaar afspreken hoe je dán het zorgproces goed gaat organiseren. RSO’s hebben een sleutelrol in het daadwerkelijk realiseren en bestendigen van databeschikbaarheid. Want de kennis van het echte zorgproces over de ketens heen, die zit bij de RSO’s. Het besef dat je databeschikbaarheid regionaal moet organiseren, zie je terug bij onder meer de IZA en de Nationale Visie en Strategie. De uitdaging is alleen: hoe kom je van de kant af als RSO? De implementatie krijg je alleen maar voor elkaar als men lokaal ziet wat de meerwaarde is van een landelijk initiatief. Dat is de uitdaging: het lokaal absorberen van de goede ontwikkelingen die er landelijk zijn. Dat is echt een taak voor een RSO.’
Wat is jouw focus voor de komende tijd?
‘Mijn focus is het aanbrengen van focus: waar staan we? Waar en hoe kunnen we nog meer meerwaarde leveren? Hoe zorgen we ervoor dat er meer aandacht en financiering komt voor implementatie en beheer van landelijke voorzieningen dus voor de RSO’s en RSO Nederland? En natuurlijk kennisuitwisseling met elkaar: kunnen we gezamenlijk tot een doelarchitectuur komen waar de nieuwe ontwikkelingen in passen? Hoe gaan wij de generieke functies die landelijk worden uitgerold of de IZA-doelstellingen en de doelstellingen uit de Nationale Visie en Strategie vertalen en lokaal oppakken, en wat is daarvoor nodig? Daarom is het Kennisplatform Digitale uitwisseling in de zorg ook zo belangrijk. We kunnen zo ontzettend veel van elkaar leren!’
Heb je ook een vraag aan @Guido Zonneveld? Stel hem in de comments hier onder!
Dit wil je misschien ook lezen:
Vijf vragen aan... Lisa van Blokland
Vijf vragen aan... Isa van Barneveld
Vijf vragen aan... Tonko Wedda
Vijf vragen aan... Gé Klein Wolterink
Vijf vragen aan... Maarten Timmers
Vijf vragen aan... Stefan Vinken
Vijf vragen aan... Wikje Muller-Draaistra
Vijf vragen aan... Yoeri Zuidwijk
Vijf vragen aan... Rob Hoogervorst
Vijf vragen aan... Peer Goudswaard
Vijf vragen aan... Pim Volkert
Vijf vragen aan... Marije van Melle
Je bent van oorsprong klinisch fysicus, wat heb je met digitale uitwisseling?
‘Al tijdens mijn opleiding tot klinisch fysicus in 1991 binnen het Catharina Ziekenhuis had informatica mijn interesse. In die tijd nam de digitalisering een grote vlucht en kwam ook het internet op. Daar was ik helemaal lyrisch over. Stel je voor, je kon zomaar een plaatje van de Mona Lisa op je beeldscherm toveren zonder naar het Louvre te gaan! Veel van mijn vrienden en collega’s snapten niets van mijn enthousiasme, die heb ik zelfs nog internetles gegeven. Ik vind dat belangrijk, kennis verbreden en kennis met anderen delen. In de 25 jaar dat ik bij verschillende ziekenhuizen heb gewerkt, koos ik altijd voor een combinatie van medische technologie, ICT en opleiden. Eigenlijk moet er een opleiding Klinische Informatica komen, dacht ik op een gegeven moment. Ik ging in gesprek met de TU Eindhoven, mijn oude universiteit, en kreeg te horen: goed idee, ga het maar doen. In 2010 kwam de opleiding er, en sindsdien leiden we jaarlijks zo’n 12 klinisch informatici op.’
Waarom heb je de overstap gemaakt naar RSO Nederland?
‘Mijn drijfveer is om de zorg in Nederland beter te maken. Mijn werk binnen één ziekenhuis droeg daar maatschappelijk te weinig aan bij. Als directeur van RSO Nederland kan ik veel meer impact hebben op het verbeteren van de zorg en het verbinden van mensen. Ik ben ervan overtuigd dat je digitale uitwisseling regionaal moet oppakken omdat de zorg ook regionaal is georganiseerd: je gaat naar de huisarts, die heeft contact met de apotheek om de hoek, je bezoekt je lokale ziekenhuis en als je ouder wordt, ga je naar een VVT-instelling; het is allemaal grotendeels lokaal. De RSO’s verbinden de zorg cross-sectoraal. Uit het rapport Samenwerken aan cross- sectorale digitale gegevensuitwisseling van KPMG uit 2022 staat dat daar waar geen RSO is, de uitwisseling moeizamer gaat. Binnen de sectoren vinden mensen elkaar in de regio vaak wel, maar daarbuiten veelal niet.'
Wat is jouw rol als directeur?
‘Mijn rol is vooral het stimuleren van kennisuitwisseling: hoe kunnen we van elkaar leren? Kunnen we een gezamenlijke doelarchitectuur definiëren? Hoe gaan we bijvoorbeeld projectcapaciteit delen? Dat sluit heel erg aan op mijn visie op kennis delen, leren, experimenteren, innoveren en tevens die basis op orde krijgen. Maar uiteindelijk moet je de digitale toepassingen ook gaan gebruiken én beheren. Dat wordt echter veelal onderschat, daar moet veel meer aandacht voor zijn. Als er landelijk wat wordt bedacht, neem CumuluZ of Mitz, bedenk dan ook hoe we dat gaan implementeren en beheren. Mijn rol is ook om de beleidsmakers dit te laten beseffen zodat we het vanaf de start kunnen meenemen.’
Wat is momenteel de grootste uitdaging voor de RSO’s?
‘Hoe krijgen we dat wat landelijk wordt verzonnen, goed geïmplementeerd en beheerd? Want dat heeft impact op je zorgproces, op je afspraken, en soms ook op je techniek. Neem een eenvoudig project als Faexit. Dat is technisch natuurlijk niet ingewikkeld, gewoon de fax uitzetten, maar je moet wel met elkaar afspreken hoe je dán het zorgproces goed gaat organiseren. RSO’s hebben een sleutelrol in het daadwerkelijk realiseren en bestendigen van databeschikbaarheid. Want de kennis van het echte zorgproces over de ketens heen, die zit bij de RSO’s. Het besef dat je databeschikbaarheid regionaal moet organiseren, zie je terug bij onder meer de IZA en de Nationale Visie en Strategie. De uitdaging is alleen: hoe kom je van de kant af als RSO? De implementatie krijg je alleen maar voor elkaar als men lokaal ziet wat de meerwaarde is van een landelijk initiatief. Dat is de uitdaging: het lokaal absorberen van de goede ontwikkelingen die er landelijk zijn. Dat is echt een taak voor een RSO.’
Wat is jouw focus voor de komende tijd?
‘Mijn focus is het aanbrengen van focus: waar staan we? Waar en hoe kunnen we nog meer meerwaarde leveren? Hoe zorgen we ervoor dat er meer aandacht en financiering komt voor implementatie en beheer van landelijke voorzieningen dus voor de RSO’s en RSO Nederland? En natuurlijk kennisuitwisseling met elkaar: kunnen we gezamenlijk tot een doelarchitectuur komen waar de nieuwe ontwikkelingen in passen? Hoe gaan wij de generieke functies die landelijk worden uitgerold of de IZA-doelstellingen en de doelstellingen uit de Nationale Visie en Strategie vertalen en lokaal oppakken, en wat is daarvoor nodig? Daarom is het Kennisplatform Digitale uitwisseling in de zorg ook zo belangrijk. We kunnen zo ontzettend veel van elkaar leren!’
Heb je ook een vraag aan @Guido Zonneveld? Stel hem in de comments hier onder!
Dit wil je misschien ook lezen:
Vijf vragen aan... Lisa van Blokland
Vijf vragen aan... Isa van Barneveld
Vijf vragen aan... Tonko Wedda
Vijf vragen aan... Gé Klein Wolterink
Vijf vragen aan... Maarten Timmers
Vijf vragen aan... Stefan Vinken
Vijf vragen aan... Wikje Muller-Draaistra
Vijf vragen aan... Yoeri Zuidwijk
Vijf vragen aan... Rob Hoogervorst
Vijf vragen aan... Peer Goudswaard
Vijf vragen aan... Pim Volkert
Vijf vragen aan... Marije van Melle
Laatst bewerkt: