• Beste gast, wij willen dit platform constant verbeteren maar hebben daarbij jouw hulp nodig!
    Wil je een paar minuten van je tijd spenderen aan deze korte enquête?

Stelling: Er is meer druk in plaats van meer geld nodig om digitale gegevensuitwisseling te realiseren.

Theone Joostensz

Administrator
Moderator
Organisatie
Een (landelijk) programma
Deze stelling poneerde Mark Janssen, lid raad van bestuur van het Radboudumc, in een gesprek met Ron Rozendaal, voormalig directeur Informatiebeleid en chief information officer bij het ministerie van VWS. Janssen vindt het 'van de gekke' dat er subsidies en stimuleringsmaatregelen nodig zijn om digitale transformatie te bewerkstelligen. Hij opperde zelfs dat er misschien 'meer druk in plaats van meer geld' van de overheid nodig is om de versnelling te realiseren.

"Ik zei het enerzijds om te prikkelen, maar ik vind ook echt dat er veel subsidiepotten zijn", licht Janssen toe in deze boeiende podcast van VIPP5 over digitale gegevensuitwisseling en epd's. "Je kunt soms door de bomen het bos niet meer zien."

Luister het interessante gesprek met Janssen hier terug en laat in de comments weten of je het wel of niet eens bent met zijn stelling:

Er is meer druk in plaats van meer geld nodig om digitale gegevensuitwisseling te realiseren.
 
Laatst bewerkt:
Ik ben het eens met de stelling. Ik merk dat bij subsidieprogramma's snel gekeken wordt naar de beoordeelmatrix: welke inspanning moet een instelling doen om subsidie te krijgen. Bovendien blijkt dat als dit nieuwe functionaliteiten vereist in een EPD (bv ondersteuning van nieuwe zibs, of verplicht overnemen van bepaalde gegevens) de subsidiegelden voor het overgrote deel gebruikt moeten worden om deze nieuwe functionaliteiten te laten bouwen. Dit wordt nog een keer versterkt omdat bij de subsidieprogramma's binnen de MSZ de instelling zelf de subsidie krijgt en zelf moet onderhandelen met zijn EPD-leverancier. Subsidieprogramma's zorgen er daarom voor dat de verantwoordelijkheid voor gegevensuitwisseling en interoperabiliteit van de systemen bij de zorgaanbieder ligt, terwijl dit een verantwoordelijkheid van de leverancier zou moeten zijn. In de pas gepubliceerde leidraad van de ACM staat de volgende tekst: "Verboden gedragingen, waaronder misbruik door een zorg-ICT-leverancier met een economische machtspositie, kunnen bestaan uit het minder interoperabiliteit en dataportabiliteit tot stand brengen dan in een goedwerkende markt het geval zou zijn. Voldoende interoperabiliteit is voor de ACM een zeer belangrijke graadmeter voor haar beoordeling of een zorg-ICT-markt goed werkt en of interventie nodig is." Het zou goed zijn als leveranciers meer verplicht worden om deze interoperabiliteit te waarborgen, bijvoorbeeld via een open API-strategie.
 
In aanvulling op Paul: we zijn al vele jaren verwikkeld in een samenspel tussen zorgaanbieders en leveranciers en (landelijke) initiatieven en programma's zonder een autoriteit die kan en mag bepalen hoe de spelregels geïnterpreteerd moeten worden. Hetzelfde spel wordt hierdoor op verschillende plekken op andere manieren gespeeld. Intrinsiek is er voldoende druk, maar veel tijd en geld gaat verloren doordat het wiel telkenmale opnieuw wordt uitgevonden, gebouwd en getest. Hoe identificeer je je? Welke autorisatie heb je? Hoe weet je dat er toestemming is? Per uwe case: welke gegevens wissel je in welk formaat uit? In welk geval gebruik je welke infra? We hebben organisaties nodig die hier bepalend in mogen zijn. En net als met standaarden: we hoeven niet een nieuwe uit te vinden, we zouden gebruik kunnen maken van bestaande. Zoals Nictiz als de generaal op informatiestandaarden, VZVZ als de generaal op generieke voorzieningen, technische architecturen en afspraken op het gebied van beschikbaarheid, integriteit en veiligheid. ZIN als de generaal op kwaliteitsstandaarden (welke zorg hoe en wanneer op welke juiste plaats). ZN (en deels VWS) als de generaal op de bekostiging en verrekening. Welke wetten en AMvB's hebben we dan nog nodig?

Kortom, mijn reactie: wie oefent de nodige druk uit? De generale zorgstaf van Nederland.
 
Terug
Bovenaan